Rijksuniversiteit Leuven: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 110: | Regel 110: | ||
{{references|85%}} |
{{references|85%}} |
||
{{Navigatie Katholieke Universiteit Leuven}} |
|||
[[Categorie:Belgische universiteit]] |
[[Categorie:Belgische universiteit]] |
Versie van 26 mei 2013 17:39
De Rijksuniversiteit Leuven (in het Latijn: Academia Lovaniensis) was actief van 1817 tot 1835.
Op 6 oktober 1817 werd door de regering van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in Leuven een nieuwe universiteit geopend, zoals ook in Gent en in Luik.[1]
Het was een neutrale en niet-confessionele universiteit, waarvan de hogere overheid hoopte dat ze de aankomende generaties in een geest zou doen ontwikkelen die beantwoordde aan wat Willem I en zijn raadgevers voor het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden voor ogen hadden: te weten een intellectuele elite van Europees niveau te vormen.
De meeste professoren kwamen uit verschillende Europese landen, voornamelijk uit de beroemde Duitse universiteiten en uit Frankrijk, terwijl slechts twee uit Noord-Nederland afkomstig waren. Een groot aantal was al hoogleraar aan de Oude Universiteit Leuven.
Het onderwijs werd in het Latijn gegeven zoals destijds gebruikelijk was in de Nederlanden. De universiteit verwelkomde bij de opening 230 studenten. Ze bleef werkzaam tot ongeveer 1834 en werd officieel afgeschaft in 1835. Gedurende de achttien jaar van haar academisch bestaan telde ze 8020 inschrijvingen.
Sommige afgestudeerden speelden een niet geringe rol bij het ontstaan van België en meer algemeen in het intellectuele en wetenschappelijke leven van het Belgische koninkrijk.[2]
De "Rectores Magnifici"
- François Joseph Harbaur (of Franz Joseph Harbauer) (1776-1824), uit Frankrijk (Elzas), was een leerling van de filosoof Johann Gottlieb Fichte aan de universiteit van Iena.
- Charles Jacmart (1773-1849), uit Frankrijk, doctor in geneeskunde van de Oude Universiteit Leuven, rector magnificus in 1822-1823, 1830-1831 en 1831-1832.
- François-Joseph Dumbeck, van Badische nationaliteit, rector magnificus in 1825-1826.
- Jean-François-Michel Birnbaum, uit het hertogdom Hesse-Darmstadt, was rector magnificus in 1826-1827.
De professoren
De meeste professoren kwamen dus uit verschillende regio's van Europa, voornamelijk uit beroemde Duitse universiteiten. Slechts twee kwamen uit Noord-Nederland, terwijl een niet onbelangrijk aantal onder hen al gedoceerd hadden aan de Oude Universiteit Leuven. Men vond ze later niet meer terug in de nieuwe Katholieke Universiteit van Mechelen, weldra verhuisd als Katholieke Universiteit Leuven.
In 1830 klaagde men over het feit dat koning Willem I zo veel buitenlandse leerkrachten had gekozen, maar, zo schrijft Carlo Bronne:[3] In tegenstelling tot Nederland, had België tijdens de voorafgaande eeuw geen historici of humanisten van grote kwaliteit gehad. De koning moest beroep doen op buitenlandse leerkrachten om de leerstoelen te bezetten en het was verkeerd hem dit te verwijten, want hij kon niet anders. Sommigen onder hen waren trouwens opvoeders van hoog gehalte".
Professoren aan de faculteit rechten
- Léopold Auguste Warnkoenig (1794-1866),
- Henri Ferdinand Decoster uit Steenokkerzeel, doctor in beide rechten van de Oude Universiteit Leuven.
- Jean-François-Michel Birnbaum
- Xavier Jacquelart (Leuven, 15 januari 1767 - Brussel, 19 november 1856), was bijna negentig toen hij als laatste overlevende professor van de Oude Universiteit Leuven stierf.
- Jean Philippe Debruyn uit Leuven, professor aan de Oude Universiteit Leuven.
- Adolphe Roussel, van Franse nationaliteit, een markant figuur van de revolutie van 1830.
Professoren aan de faculteit geneeskunde
- François Joseph Harbaur uit Neustadt in de Elzas.
- Guillaume Joseph van Gobbelschroy uit Leuven, professor aan de Oude Universiteit Leuven.
- Charles François Jacmart, doctor in de geneeskunde aan de Oude Universiteit Leuven.
- Joseph Josse Vandertaelen, geboren in Tienen, licentiaat in de geneeskunde aan de Oude Universiteit Leuven.
- Jean-Marie Baud uit Rumilly in de Savoie.
- Van Onsenoort uit Utrecht, een van de twee professoren die uit Noord-Nederland kwamen.
- De Courtray
Professoren aan de faculteit wiskundige wetenschappen
- Ferdinand Sentelet, uit Overwinde-Landen, professor filosofie in het College De Lelie aan de Oude Universiteit Leuven en voorzitter van het Craenendonck Collegium.
- Jean-Baptiste Van Mons.
- François Jacques Goebel uit het hertogdom Bade.
- Gaspard-Michel Pagani (1796-1855), Italiaanse vluchteling.[4]
Professoren aan de faculteit wijsbegeerte
- Georg Joseph Bekker, filoloog van Badische nationaliteit.
- Joseph Jacotot (1770-1840) uit Frankrijk, was de oom van Eugène Defacqz.
- François Joseph Dumbeck, van Badische nationaliteit.
- Jan-Baptist Liebaert uit Messen, doctor Artium van de Oude Universiteit Leuven.
- Étienne Heuschling uit Luxemburg, professor hebreeuwse talen aan de Oude Universiteit Leuven.
- Albert ten Broeke Hoekstra, doceerde 'Nederlandsche Letteren' en was een van de twee professoren die uit Noord-Nederland kwamen.
- François Joseph Adelmann uit Heidelberg.
- Frédéric de Reiffenberg, doceerde de filosofie van Victor Cousin.[5]
- M. Gloesener (1796-1855)
- A. Molitor (1807-1848).
Oudstudenten van de Rijksuniversiteit Leuven
Zie : Lijst van alumni van de Rijksuniversiteit Leuven
Bibliografie betreffende de Rijksuniversiteit Leuven
- 1817-1826: Annales Academiae Lovaniensis, 1821-1827 (1817-1826).
- 1821: Annales Academiae Lovaniensis, 1821: "Discours prononcé le 6 octobre 1817 à l'occasion de l'installation de l'Université par M. le docteur François-Joseph Harbaur, professeur en médecine, nommé recteur magnifique de la même université".
- 1835: J. J. Dodt, Repertorium dissertationum belgicarum, Utrecht, 1835.
- 1837: A. Ferrier, Description historique et topographique de Louvain, Brussel, Haumann, Cattoir en Cie, 1837.
- 1838: Journal historique et littéraire, 1838, p. 88.
- 1842: Joseph-Marie Quérard, La littérature française contemporaine, 1842. De professor Birnbaum, p. 539.
- 1848: P. Namur, Notes concernant le Repertorium dissertationum belgicarum", in: Le bibliophile belge, n° 5, 1848, pp. 115-118.
- 1854: Pierre François Xavier De Ram, Analectes pour servir à l'histoire de l'Université de Louvain, Leuven, 1854, p. 155 (Biografie van Xavier Jacquelart).
- 1860: E. Van Even, Louvain monumental..., Leuven, C.-J. Fonteyn, 1860.
- 1884: Léon Vanderkindere, L'université de Bruxelles. Notice historique, Brussel, 1884 (Betreffend de Rijksuniversiteit zie: p. 9 et 10).
- 1906: Victor Brants, La faculté de droit de l'Université de Louvain à travers cinq siècles (1426- 1906) esquisse historique, Leuven, 1906.
- 1917: Hubert Nélis, Inventaire des archives de l'Université de l'État à Louvain, Brussel, Hayez, 1917.
- 1925: Dr. G. Bourgeois, Un Fumacien oublié: Charles Jacmart, Recteur Magnifique de l'Université de Louvain, in: Nouvelle Revue de Champagne et de Brie, Largentière (Ardèche), 1925, pp. 9 et seq. .
- 1948: Carlo Bronne, L'amalgame ou la Belgique de 1814 à 1830, Brussel, uit. Paul Legrain, s. d. (De Rijksuniversiteit Leuven, zie: pp. 269-270).
- 1952: Carlo Bronne, La tapisserie royale, Brussel-Parijs, 1952, p. 92.
- 1955: Albert Bruylants, Les chimistes louvanistes et leur temps, II, L'École Centrale de la Dyle (1795-1814) et l'Université d'État (1816-1835), in: Bulletin trimestriel de l'Association des Amis de l'Université de Louvain, n°3, 1955.
- 1961: Gisela Wild: Leopold August Warnkönig 1794 - 1866. Ein Rechtslehrer zwischen Naturrecht und historischer Schule und ein Vermittler deutschen Geistes in Westeuropa, in: Freiburger rechts- und staatswissenschaftliche Abhandlungen, volume 17, Karlsruhe, 1961.
- 1964: Jean Jacmart, Généalogie de la famille Jacmart, in: Recueil de l'Office Généalogique et Héraldique de Belgique, tome XII, Brussel, 1963, p. 114.
- 1967: Florilège des sciences en Belgique, Brussel, Académie Royale de Belgique, 1967, p. 118.
- 1973: B. Borghgraef van der Schueren, De Universiteiten in de Zuidelijke Provincies onder Willem I, Brussel, 1973.
- 1975: La faculté de droit de l'Université d'État de Louvain, in: Jura Falconis, XI, 1975 (3).
- 1985: E. Lamberts & J. Roegiers, De Universiteit te Leuven, 1425-1985, Universitaire Pers Leuven, 1985.
- 1986: Mia De Neef, De Faculteit Wijsbegeerte en Letteren van de Rijksuniversiteit te Leuven (1817-1835), niet gepubliceerde thesis, Leuven, KUL, 1986.
- 1986: G. Vanpaemel, J. B. Van Mons (1765-1842) en het scheikundige-onderwijs aan de Rijksuniversiteit Leuven, in: Communications de l'Académie Royale, Classe des Sciences, 48, 1986, n° 4, pp. 87-100.
- 1987: Geertrui Couderé, De studenten aan de Rijksuniversiteit Leuven (1817-1835), in: Liber amicorum Dr. J. Scheerder, Leuven, 1987, p. 241 à 261.
- 1987: Arlette Graffart, La matricule de l'Université de Louvain (1817-1835), in: Album Carlos Wyffels, Bruxelles, 1987, pp. 177-178.
- 1990: Emiel Lamberts et Jan Roegiers, Leuven University, 1425-1985, Leuven, University Press, 1990.
- 1999: Christian Laporte, L'affaire de Louvain: 1960-1968, 1999, p. 26.
- 2008: Philippe et Nadine Quinet-De Saeger, André Dieudonné Trumper, médecin à Bruxelles au XIXe siècle, Brussel, Studia Bruxellae, 2008, p. 47.
- 2013: Joris Snaet & Tom Verbist, De Grote Aula van de Leuvense Universiteit, in: M & L, jan-feb 2013, blz. 33-64.
Zie ook
- Katholieke Universiteit Leuven
- Katholieke Universiteit van Mechelen
- Leuvense universiteiten
- Leuvense universiteitsbibliotheken
- Oude Universiteit Leuven
- Université catholique de Louvain
- Lijst van alumni van de Rijksuniversiteit Leuven
Noten
- ↑ Geertrui Couderé, "De studenten aan de Rijksuniversiteit Leuven (1817-1835)", in Liber amicorum Dr. J. Scheerder, Leuven, 1987, p. 241: « Maar dat er te Leuven ooit een Rijksuniversiteit heeft bestaan is voor velen steeds een onbekend feit. » en p. 259: « de oorzaak dat de Rijksuniversiteit lange tijd in de taboesfeer verbleef. »
- ↑ Graffart Arlette: "La matricule de l'Université de Louvain (1817-1835)", in Album Carlos Wyffels , Brussel, 1987, blz. 179 ev.
- ↑ Zie Carlo Bronne, L'Amalgame, p. 269: "Au contraire de la Hollande, la Belgique n'avait eu au siècle précédent ni historiens ni humanistes de classe. Le roi avait dû faire appel à des maîtres étrangers pour occuper les chaires universitaires et c'est à tort qu'on le lui reprocha car il n'aurait pu faire autrement. Parmi eux se trouvaient d'ailleurs des éducateurs d'élite".
- ↑ Lucien Godeaux, Membre de l'Académie Royale, "Esquisse de l'histoire des mathématiques en Belgique pendant le XIXe siècle et le début du XXe", dans, Florilège des sciences en Belgique, Bruxelles, Académie Royale de Belgique, 1967, p. 117.
- ↑ Carlo Bronne, La tapisserie royale, Bruxelles-Paris, 1952, p. 92.