Zdeněk Štybar
Zdeněk Štybar | |||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Štybar in 2023
| |||||||||||||||||||||||
Persoonlijke informatie | |||||||||||||||||||||||
Bijnaam | Styby | ||||||||||||||||||||||
Geboortedatum | 11 december 1985 | ||||||||||||||||||||||
Geboorteplaats | Planá, Tsjecho-Slowakije | ||||||||||||||||||||||
Nationaliteit | Tsjechische | ||||||||||||||||||||||
Lengte | 183 cm | ||||||||||||||||||||||
Sportieve informatie | |||||||||||||||||||||||
Discipline(s) | • Veldrijden • Wegwielrennen | ||||||||||||||||||||||
Ploegen | |||||||||||||||||||||||
2005–2011 2011–2022 2023 |
Telenet-Fidea Quick-Step Team BikeExchange-Jayco | ||||||||||||||||||||||
Beste prestaties | |||||||||||||||||||||||
Milaan-San Remo | 7e (2014) | ||||||||||||||||||||||
Gent-Wevelgem | 8e (2018) | ||||||||||||||||||||||
Ronde van Vlaanderen | 8e (2016) | ||||||||||||||||||||||
Parijs-Roubaix | 2e (2015, 2017) | ||||||||||||||||||||||
WK op de weg | 7e (2021) | ||||||||||||||||||||||
Overige | |||||||||||||||||||||||
Zeges: | |||||||||||||||||||||||
Eneco Tour Strade Bianche Omloop Het Nieuwsblad E3 Harelbeke |
2013 2015 2019 2019 | ||||||||||||||||||||||
Medailleoverzicht | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
Medailles | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
|
Zdeněk Štybar (Planá, 11 december 1985) is een Tsjechisch voormalig veldrijder en wegwielrenner die tussen 2011 en 2022 voor Quick Step reed, nadat hij overkwam van Telenet-Fidea. In 2023 reed hij een seizoen bij Team BikeExchange-Jayco. Zijn voornaamste overwinningen zijn drie wereldtitels in het veldrijden, een Tour de France-etappe, een Vuelta-etappe, de Strade Bianche, de Omloop Het Nieuwsblad en de E3 BinckBank Classic in Harelbeke.
Carrière
[bewerken | brontekst bewerken]Štybar begon zijn carrière als BMX'er. Hij werd als zevenjarige wereldkampioen[1]. Daarna koos hij voor veldrijden. Zo werd hij zowel in 2002 als in 2003 derde op het WK veldrijden voor junioren. In 2005 werd hij voor het eerst wereldkampioen. In het Duitse St. Wendel versloeg hij zijn landgenoot Radomír Šimůnek op het WK voor beloften. Deze wereldtitel leverde hem een contract bij het Fidea Cycling Team op. Het daaropvolgende seizoen verlengde hij zijn wereldtitel. Ditmaal versloeg hij in het Nederlandse Zeddam de thuisrijder Lars Boom en de Belg Niels Albert.
Tijdens het seizoen 2007-2008 maakte hij zijn debuut bij de profs. Hij won zijn eerste klassementscross tijdens de Wereldbeker van Kalmthout. Later dat seizoen werd hij tweede op het WK. Ook in 2009 werd hij vicewereldkampioen. In het daaropvolgende seizoen 2009-2010 werd het Wereldkampioenschap gehouden te Tábor, in zijn thuisland. Voor eigen publiek werd hij voor het eerst wereldkampioen veldrijden bij de profs. Dat seizoen won hij ook nog het eindklassement van zowel de Wereldbeker als de Superprestige. Een jaar later, op 30 januari 2011, verlengde hij zijn wereldtitel. Ditmaal klopte hij in St. Wendel de Belgen Sven Nys en Kevin Pauwels. Na zijn tweede wereldtitel maakte Štybar vanaf 1 maart 2011 de overstap naar het Belgische UCI World Tour team Quick-Step. Eind december 2011 maakte Štybar bekend zich vanaf 2012 in de eerste plaats op het wegwielrennen te zullen focussen.[2]
In 2012 boekte hij zijn eerste zege van betekenis op de weg. Tijdens de Vierdaagse van Duinkerke won hij de vierde etappe. Later dat jaar won hij ook nog een rit in de Ronde van Polen. In 2013 brak Štybar door op de weg. In zijn allereerste Parijs-Roubaix streed hij mee voor de overwinning, tot hij moest uitwijken voor een fotograaf. Uiteindelijk werd hij zesde. Later dat jaar won hij in de Eneco Tour twee etappes en het eindklassement. In de zevende etappe van de Ronde van Spanje van 2013 klopte hij Philippe Gilbert in de sprint, nadat ze met z'n tweeën waren ontsnapt op zo'n vijf kilometer van de finish. In 2013-2014 reed hij opnieuw enkele veldritten. Hij betwistte ook het WK. Hij pakte er ietwat verrassend zijn derde wereldtitel bij de profs. In het klassieke voorjaar van 2014 behaalde hij heel wat ereplaatsen. Later dat jaar werd hij voor het eerst nationaal kampioen van Tsjechië op de weg. Tijdens de Eneco Tour won hij opnieuw een etappe. In 2015 was Štybar de beste in de Strade Bianche, waar hij op de steile slotklim in Sienna Greg Van Avermaet en Alejandro Valverde van zich af wist te houden. Ook won hij dat jaar de zesde etappe in de Ronde van Frankrijk.
Op 4 februari 2024 reed Štybar op 38-jarige leeftijd zijn laatste profwedstrijd. Hij nam afscheid van de wielersport met het wereldkampioenschap veldrijden in Tábor in zijn thuisland Tsjechië.[3]
Palmares
[bewerken | brontekst bewerken]Veldrijden
[bewerken | brontekst bewerken]- Overwinningen
Seizoen | Wereldbeker | Superprestige | Trofee | WK |
EK |
TK |
Overige | Aantal zeges |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2006-2007 | NVT | NVT | Harderwijk, Ardooie, Oderzo | 3 | ||||
2007-2008 | Kalmthout | ↑ | NVT | Louny, Pilsen, Oderzo, Podborany | 5 | |||
2008-2009 | Diegem | Loenhout | ↑ | NVT | 3 | |||
2009-2010 | Koksijde, Igorre, Roubaix eindklassement | Hamme-Zogge, Vorselaar eindklassement | Hasselt | ↑ | NVT | Stribro, Podborany, Tervuren | 11 | |
2010-2011 | Aigle, Pilsen | Ruddervoorde, Zonhoven | Namen | ↑ | NVT | Stribro, Louny, Ardooie, Bredene | 11 | |
2011-2012 | Liévin | Hamme-Zogge, Middelkerke | 13e | NVT | Stribro, Baden, Ardooie | 7 | ||
2012-2013 | DNS | NVT | 1 | |||||
2013-2014 | ↑ | NVT | DNS | Bredene | 2 | |||
2014-2015 | DNS | NVT | DNS | 0 | ||||
2015-2016 | DNS | DNS | DNS | 0 | ||||
2016-2017 | DNS | DNS | DNS | 0 | ||||
geen deelnames in 2017-2018 | ||||||||
2018-2019 | DNS | DNS | 4e | 0 | ||||
2019-2020 | DNS | DNS | DNS | 0 | ||||
2020-2021 | 18e | DNS | DNS | 0 | ||||
geen deelnames in 2021-2022 | ||||||||
2022-2023 | DNS | DNS | DNS | Dohnany II | 1 | |||
2023-2024 | 31e | |||||||
Totaal | 7 | 7 | 3 | 3 | 0 | 6 | 18 | 54 |
- Resultatentabel
Seizoen | Aantal | WK | TK | WB | SP | X²O |
---|---|---|---|---|---|---|
2006-2007 | 4 zeges | NVT | NVT | NVT | 7e | |
2007-2008 | 6 zeges | 6e | 4e | |||
2008-2009 | 3 zeges | 8e | ||||
2009-2010 | 11 zeges | |||||
2010-2011 | 11 zeges | 11e | ||||
2011-2012 | 7 zeges | 13e | ||||
2012-2013 | 1 zeges | — | 46e | 19e | 14e | |
2013-2014 | 2 zeges | — | 43e | 20e | 55e | |
2014-2015 | 0 zeges | — | — | — | — | 66e |
2015-2016 | 0 zeges | — | — | — | — | 37e |
2016-2017 | 0 zeges | — | — | — | — | 31e |
2018-2019 | 0 zeges | — | 4e | 66e | — | 25e |
2019-2020 | 0 zeges | — | — | 72e | — | 31e |
2020-2021 | 0 zeges | 18e | — | — | — | — |
Wegwielrennen
[bewerken | brontekst bewerken]Overwinningen
[bewerken | brontekst bewerken]- 2006 - 2 zeges
- 3e etappe Ronde van de Pyreneeën
- 6e etappe Ronde van Lleida
- 2010 - 1 zege
- proloog Ronde van Slowakije
- 2012 - 2 zeges
- 4e etappe Vierdaagse van Duinkerke
- 3e etappe Ronde van Polen
- 2013 - 5 zeges
- 1e etappe Tirreno-Adriatico (TTT)
- 3e en 7e etappe Eneco Tour
- Eindklassement Eneco Tour
- 7e etappe Ronde van Spanje
- 2014 - 3 zeges
- Tsjechisch kampioenschap, wegwedstrijd
- 2e etappe Eneco Tour
- Memorial Frank Vandenbroucke
- 2015 - 4 zeges
- Strade Bianche
- 6e etappe Ronde van Frankrijk
- 1e (TTT) en 4e etappe Ronde van Tsjechië
- 2016 - 1 zege
- 2e etappe Tirreno-Adriatico
- 2017 - 1 zege
- Tsjechisch kampioenschap op de weg
- 2018
- Puntenklassement BinckBank Tour
- 2019 - 3 zeges
- 5e etappe Ronde van de Algarve
- Omloop Het Nieuwsblad
- E3 Harelbeke
- 2020 - 1 zege
- 6e etappe Ronde van San Juan
Resultaten in voornaamste wedstrijden
[bewerken | brontekst bewerken]
|
|
Resultaten in kleinere rondes
[bewerken | brontekst bewerken]Jaar | Parijs-Nice | Tirreno-Adriatico | Critérium du Dauphiné | Ronde van Zwitserland | Ronde van Polen | BinckBank Tour | Ronde van Peking / Ronde van Guangxi |
2011 | 45e | 26e | |||||
2012 | opgave | 33e (1) | |||||
2013 | 44e | 24e | ↑ (2) | 65e | |||
2014 | 15e | 82e | opgave (1) | ||||
2015 | opgave | 83e | |||||
2016 | 7e (1) | 81e | 36e | 7e | |||
2017 | 48e | 70e | |||||
2018 | 40e | 70e | 13e | ||||
2019 | 36e | 70e | 15e | ||||
2020 | 20e | 23e | |||||
2021 | 50e | ||||||
2022 | opgave |
(*) tussen haakjes aantal individuele etappeoverwinningen
Ploegen
[bewerken | brontekst bewerken]- 2005 – Fidea Cycling Team (vanaf 1 september)
- 2006 – Fidea Cycling Team
- 2007 – Fidea Cycling Team
- 2008 – Fidea Cycling Team
- 2009 – Telenet-Fidea
- 2010 – Telenet-Fidea
- 2011 – Telenet-Fidea (tot 1 maart)
- 2011 – Quick-Step (vanaf 1 maart)
- 2012 – Omega Pharma–Quick-Step
- 2013 – Omega Pharma–Quick-Step
- 2014 – Omega Pharma–Quick-Step
- 2015 – Etixx–Quick-Step
- 2016 – Etixx–Quick-Step
- 2017 – Quick-Step Floors
- 2018 – Quick-Step Floors
- 2019 – Deceuninck–Quick-Step
- 2020 – Deceuninck–Quick-Step
- 2021 – Deceuninck–Quick-Step
- 2022 – Quick Step-Alpha Vinyl
- 2023 – Team BikeExchange-Jayco
Voorganger: Niels Albert 2009 |
Wereldkampioen veldrijden 2010, 2011 |
Opvolger: Niels Albert 2012 |
Voorganger: Sven Nys 2013 |
Wereldkampioen veldrijden 2014 |
Opvolger: Mathieu van der Poel 2015 |
Voorganger: Petr Dlask 2007 |
Tsjechisch kampioen veldrijden Zdeněk Štybar 2008, 2009, 2010, 2011, 2012, 2013 |
Opvolger: Martin Bína 2014 |