Naar inhoud springen

Eddy de Jongh (kunsthistoricus)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Eddy de Jongh
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Algemene informatie
Volledige naam Eduard Siegfried de Jongh
Geboren 7 juni 1931
Geboorte­plaats Amsterdam
Land Vlag van Nederland Nederland
Beroep kunsthistoricus
Werk
Stroming iconografie
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Eduard Siegfried (Eddy) de Jongh (Amsterdam, 7 juni 1931) is een Nederlands kunsthistoricus met als specialisatie iconografie. Hij was tussen 1976 en 1989 hoogleraar kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht met de leeropdracht iconologie en kunsttheorie.[1]

Leven en werk

[bewerken | brontekst bewerken]

De Jongh werkte na een opleiding HBS-B en zijn militaire dienstplicht, die hij vervulde als tankcommandant, oorspronkelijk als journalist bij Het Parool (1954-1960)[2]. Hij deed een colloquium doctum Latijn en studeerde vanaf 1959 kunstgeschiedenis in Utrecht bij Jan van Gelder en William Heckscher. Tussen 1963 en 1966 was hij bibliothecaris van het Kunsthistorisch Instituut in Utrecht, waarbij hij ook werd ingeschakeld als docent en onderzoeksassistent. Van 1966 tot aan de opheffing in 1973 werkte De Jongh bij het Centrum voor Kunsthistorisch Onderzoek.[3] in 1976 werd hij benoemd tot hoogleraar in de iconologie en kunsttheorie aan de Utrechtse universiteit, als opvolger van Jan Emmens. Deze post bekleedde hij tot 1989.[4] De Jongh was in 1976 gastconservator van de tentoonstelling Tot lering en vermaak[5] in het Rijksmuseum Amsterdam. Het centrale idee van deze tentoonstelling was dat tekens in schilderijen de betekenis verklaarden. Deze iconografische methode bleek invloedrijk.[6]

Het is bijzonder dat De Jongh, een productief schrijver, nooit een proefschrift heeft gepubliceerd. Daarmee is hij, net als bijvoorbeeld Hans Gomperts, een van de weinige Nederlandse hoogleraren die nooit zijn gepromoveerd. De Jongh werd in 1987 verkozen tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.[7] Hij is ook buitenlands lid van The Royal Academies for Science and the Arts of Belgium (KVAB) en eredoctor van de Universiteit van Amsterdam (2002). In 2019 werd hij onderscheiden met het erelidmaatschap van de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici.[8]

De Jongh was in 1966 mede-oprichter van het tijdschrift Simiolus. Van 1990 tot 2016 was hij een van de redacteuren van Kunstschrift.

Publicaties (selectie)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Zinne- en minnebeelden in de schilderkunst van de zeventiende eeuw, Amsterdam-Antwerpen 1967
  • Tot lering en vermaak. Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw, Rijksmuseum, Amsterdam 1976
  • [et al.], Still life in the age of Rembrandt, Auckland City Art Gallery, Auckland 1982
  • Portretten van echt en trouw. Huwelijk en gezin in de Nederlandse kunst van de zeventiende eeuw, Frans Halsmuseum, Haarlem 1986
  • Kunst en het vruchtbare misverstand. Huizinga-lezing 1992, Amsterdam 1993
  • [et al.], Faces of the Golden Age. Seventeenth-Century Dutch Portraits, Yamaguchi, Kumamoto, Tokyo, Rotterdam, Kunsthal 1994
  • Kwesties van betekenis. Thema en motief in de Nederlandse schilderkunst van de zeventiende eeuw, Leiden 1995 ( English edition: Questions of meaning. Theme and motif in Dutch seventeenth-century painting, Leiden 2000) (Japanese edition: オランダ絵画のイコノロジー―テーマとモチーフを読み解く, Tokyo 2005)
  • [met Ger Luijten] Spiegel van alledag. Nederlandse genreprenten 1550-1700, Rijksmuseum, Amsterdam 1997 ( English edition: Mirror of everyday life. Genre prints in the Netherlands 1550-1700)
  • Dankzij de tiende muze. 33 Opstellen uit Kunstschrift, Leiden 2000
  • [met Jan Piet Filedt Kok] Peter Vos. Metamorfosen, Bussum 2013 (French edition: Peter Vos. Métamorphoses, Paris-Bussum 2013)
  • [met Jan Piet Filedt Kok] Peter Vos. Getekende brieven, Amsterdam 2017
  • [met Jan Piet Filedt Kok] Peter Vos. Getekende boeken, Amsterdam 2020
  • ‘Onbenul! Dit is poëzie’. De getekende en geschreven gedichten van Peter Vos, Bussum 2023.
  • [met P.J. Vinken], ‘Frans Hals als voortzetter van een emblematische traditie. Bij het huwelijksportret van Isaac Massa en Beatrix van der Laen’, Oud Holland 76 (1961), pp. 117-152
  • [met P.J. Vinken], ‘De boosaardigheid van Hals’ regenten en regentessen’, Oud Holland 78 (1963), pp. 1-26
  • ‘Erotica in vogelperspectief. De dubbelzinnigheid van een reeks 17de-eeuwse genrevoorstellingen’, Simiolus 3 (1968-69), pp. 22-74
  • ‘The Spur of Wit: Rembrandt’s Response to an Italian Challenge’, Delta. A Review of Arts, Life and Thought in the Netherlands, Summer 1969, pp. 49-67
  • ‘Vermommingen van Vrouw Wereld in de 17de eeuw’, Album amicorum J.G. van Gelder, The Hague 1973, pp. 198-206
  • ‘“’t Gotsche krulligh mall”. De houding tegenover de gotiek in het zeventiende-eeuwse Holland’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 24 (1973), pp. 85-145
  • ‘Grape symbolism in paintings of the 16th and 17th centuries’, Simiolus 7 (1974), pp. 166-191
  • ‘Pearls of virtue and pearls of vice’, Simiolus 8 (1975-76), pp. 69-97
  • ‘Real Dutch art and not-so-real Dutch art: some nationalistic views of seventeenth-century Netherlandish painting’, Simiolus 20 (1990–91), pp. 197–206
  • ‘Some notes on interpretation’, in David Freedberg and Jan de Vries (eds.), Art in history, history in art. Studies in seventeenth-century Dutch culture, Santa Monica, California 1991, pp. 119–136
  • ‘Nationalistische visies op zeventiende-eeuwse Hollandse kunst’, in S.C. Dik en G.W. Muller (eds.), Het hemd is nader dan de rok. Zes voordrachten over het eigene van de Nederlandse cultuur, Publikaties van de Commissie Geesteswetenschappen KNAW, nr. 1, Assen-Maastricht 1992, pp. 61–82
  • ‘De Nederlandse zeventiende-eeuwse schilderkunst door politieke brillen bezien’, in Frans Grijzenhout & Henk van Veen (eds.), De gouden eeuw in perspectief. Het beeld van de Nederlandse zeventiende-eeuwse schilderkunst in later tijd, Nijmegen 1992, pp. 225–249 (English translation 1999)
  • ‘De iconologische benadering van de zeventiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst’, in Frans Grijzenhout & Henk van Veen (eds.), De gouden eeuw in perspectief. Het beeld van de Nederlandse zeventiende-eeuwse schilderkunst in later tijd, Nijmegen 1992, pp. 299–329 (English translation 1999)
  • ‘Die "Sprachlichkeit" der niederländischen Malerei im 17. Jahrhundert’, in Sabine Schulze (ed.), Leselust. Niederländische Malerei von Rembrandt bis Vermeer, Schirn Kunsthalle, Frankfurt 1993, pp. 23–33
  • ‘Realism and Seeming Realism in Seventeenth-Century Dutch Painting’, in Wayne Franits (ed.), Looking at Seventeenth-Century Dutch Art. Realism Reconsidered, Cambridge 1997, pp. 21–56, 206-211
  • ‘Painted Words in Dutch Art of the Seventeenth Century’, in Iain Hampshire-Monk, Karin Tilmans en Frank van Vree (eds.), History of Concepts: Comparative Perspectives, Amsterdam 1998, pp. 167–189
  • ‘On balance’, in Ivan Gaskell and Michiel Jonker (eds.), Vermeer Studies (Studies in the History of Art 55), National Gallery of Art, Washington D.C. 1998, pp. 351–365
  • ‘Vluchtige rook vereeuwigd. Betekenissen van tabaksgebruik in zeventiende-eeuwse voorstellingen’, in Rookgordijnen. Roken in de kunsten: van olieverf tot celluloid, Kunsthal, Rotterdam 2003, pp. 85–127
  • ‘De symboliek van vis, visser, visgerei en vangst’, in Liesbeth M. Helmus (ed.), VIS. Stillevens van Hollandse en Vlaamse meesters 1550-1700, Centraal Museum, Utrecht en Amos Anderson Art Museum, Helsinki 2004, pp. 75–119 (English edition: ‘The symbolism of fish, fisherman, fishing gear and the catch’, in Liesbeth M. Helmus (ed.) FISH. Still lifes by Dutch and Flemish masters 1550-1700, Centraal Museum, Utrecht and Amos Anderson Art Museum, Helsinki 2004, pp. 75–119)
  • ‘Frans van Mieris: Questions of Understanding’, in Quentin Buvelot (ed.), Frans van Mieris 1635-1681, Washington (National Gallery of Art) 2006, pp. 44–61, 216-218
  • ‘De iconografische voorraadkamer’, in Mariëtte Haveman, Eddy de Jongh, Ann-Sophie Lehmann en Annemiek Overbeek (eds.), Ateliergeheimen. Over de werkplaats van de Nederlandse kunstenaar vanaf 1200 tot heden, Lochem-Amsterdam 2006, pp. 162–187
  • ‘Angenehme Täuschung und angenehmes Dunkel’, in: exhib. cat. Schein oder Wirklichkeit? Realismus in der Niederländischen Malerei des 17. Jahrhunderts, Emden (Ostfriesisches Landesmuseum) 2010, pp. 10–19
  • ‘Rembrandt in de ogen van Peter Vos’, in: Face Book. Studies on Dutch and Flemish portraiture of the 16th-18th centuries. Liber amicorum presented to Rudolf E.O. Ekkart on the occasion of his 65th birthday, Leiden 2012, pp. 175–182
  • ‘"Things that intimate more than they say". On the iconological approach to seventeenth-century Dutch art’, in: exhib. cat. = Rembrandt and the Golden Age of Dutch Painting. Szépmüvészeti Múzeum, Budapest 2014–2015, pp. 82–101
  • ‘The Heights of Inspiration. Hercules Segers’s "delight in strangeness"’, in: cat. tent. Under the Spell of Hercules Segers. Rembrandt and the Moderns, Museum het Rembrandthuis 2016-2017, pp. 43-59
  • ‘Een verhandeling over de mens in wekelijkse afleveringen’, in: Siegfried Woldhek. Zie zo, Zwolle 2017, pp. 146–160
  • ‘Onverbloemde en getransformeerde zelfportretten van Peter Vos’, in: Anna Cecilia Koldeweij & Jos Koldeweij (eds.), De verbeelder verbeeld(t). Boekillustratie en beeldende kunst, Nijmegen 2017, pp. 28–35
  • ‘Blufvertoon met de benen. Verwarrende associaties naar aanleiding van Jan Steens De burger van Delft’, in: Een opmerkelijk oog. Essays opgedragen aan Jeroen Stumpel ter ere van zijn emeritaat. Article 19 (december 2017), pp. 20–26
  • ‘De kneedbare Rembrandt. Hoe Hollandse kunst wordt gebruikt in debatten over identiteit’, Ons Erfdeel 62, No. 2 (mei 2019), pp. 88–101 (online in het Engels: ‘The Malleable Rembrandt. How Dutch art is used in debates about identity’)