Eddy de Wind
Eliazar (Eddy) de Wind (Den Haag, 6 februari 1916[1] – Amsterdam, 27 september 1987[2]) was een Nederlandse arts, psychiater en psychoanalyticus van Joodse afkomst. De Wind was een overlevende van de Holocaust uit het kamp Auschwitz.
Eddy de Wind was de eerste – en misschien enige – arts, die onmiddellijk na zijn artsexamen vrijwillig naar Westerbork ging om de gedeporteerden daar bij te staan. Hij meldde zich aan nadat zijn moeder was opgepakt en naar Westerbork was afgevoerd. De Joodsche Raad beloofde hem dat als hij zich vrijwillig als arts voor Westerbork zou aanmelden, zijn moeder vrijgelaten zou worden. Toen De Wind in Westerbork aankwam, bleek zijn moeder echter al afgevoerd te zijn naar Auschwitz. De Wind verbleef langere tijd in Westerbork, waar hij zijn eerste vrouw ontmoette en zelfs trouwde. Uiteindelijk werd hij zelf ook gedeporteerd naar Auschwitz. Hij overleefde het kamp. Bij het vertrek van de Duitsers verstopte hij zich onder een barak. Hij maakte zodoende als een van de weinigen de bevrijding door de Russen mee. Na de bevrijding van het kamp door het Sovjetleger bleef hij op hun verzoek nog enige tijd om te helpen bij de verzorging van zieken.
Na terugkomst in Nederland specialiseerde hij zich als psychiater en psychoanalyticus. Hij wijdde veel tijd aan de behandeling van oorlogstrauma's en gaf daaraan bekendheid in binnen- en buitenland. De Wind publiceerde in 1946 als eerste over het concentratiekampsyndroom (KZ-syndroom) in een artikel getiteld 'Confrontatie met de dood'. In 1946 publiceerde hij Eindstation Auschwitz, een gedetailleerd verslag van zijn gevangenschap, geschreven in het kamp zelf na de bevrijding door de Russen. Voor zover bekend is het het enige boek dat in Auschwitz zelf geschreven is. Behalve aan het KZ-syndroom was De Wind ook een van de eersten die aandacht besteedde aan transgenerationele traumatisering.
Na de oorlog scheidde De Wind van de vrouw die hij in Westerbork had ontmoet. Hij trouwde opnieuw en kreeg drie kinderen.
Eddy de Wind (‘Edward de Vind’) wordt geciteerd in het rapport van de Sovjet-Unie, zoals dit is gepresenteerd aan het Neurenbergtribunaal (USSR-008): (vertaald) “Na de bezetting van Nederland door de Duitsers, vond er in 1940 een zuivering plaats van de overheid, het ambtenarenapparaat en onderwijsinstellingen. Van ons werden er drie universiteitsassistenten verwijderd en ik vertrok naar Amsterdam. Een Nederlandse fascist werd vermoord gevonden in een woonwijk. Als vergelding arresteerden de Duitsers 400 gijzelaars, inclusief mijzelf. Ze pakten me op straat op en stuurden me naar dit kamp.”[3][4]
Externe link
[bewerken | brontekst bewerken]- Eddy de Wind in de Database Joods Biografisch Woordenboek
- Literatuur
- E. de Wind, Eindstation Auschwitz (1946; herdruk 1980, met nieuw postscriptum, en in 2020 met een naschrift door familie De Wind "Het leven van Eddy de Wind", p. 209-223).
- E. de Wind, ‘Psychoanalytische behandeling van ernstig getraumatiseerden (door vervolging en verzet’, in: Tijdschrift voor Psychotherapie 8 (1982) 143-155.
- E. de Wind, ‘Psychische und soziale Faktoren der Traumatisierung durch Krieg und Verfolgung’, in: Psychosozial 9 (1986).
- E. de Wind, Confrontatie met de dood. Psychische gevolgen van vervolging (Utrecht 1993).
- Joost Visser, Ben Crul, Ingrid Lutke Schipholt en Eva Nyst (eds.), Witte jassen en bruinhemden. Nederlandse artsen in de Tweede Wereldoorlog (2010).
- E. de Wind, Terminus Auschwitz : journal d'un survivant (Paris 2020)
- Voetnoten
- ↑ denhaag.digitalestamboom.nl
- ↑ Herman Musaph, In Memoriam Eddy de Wind, in: herdenkingsnummer Nederlands Auschwitz Comité, januari 1988, p. 15-17, op issuu.com. Gearchiveerd op 6 maart 2023.
- ↑ Trial of the major war criminals before the International Military Tribunal, p. 250, archive.org
- ↑ Dit citaat gaat over de eerste razzia die in Nederland werd gehouden. Aanleiding was de moord op een collaborateur, de WA'er Koot. De Wind was een van de 427 jonge Joodse mannen die werden opgepakt en afgevoerd naar Kamp Vught. Met veel geluk kwam hij het kamp uit. Des te opmerkelijker is het dat hij zich kort daarna vrijwillig aanmeldde voor Westerbork in een poging zijn moeder te redden. Deze razzia was overigens aanleiding tot de Februaristaking.