Portaal:Baltische staten/Uitgelicht/07
De Koerse Schoorwal (Litouws: Kuršių nerija, Russisch: Куршская коса, Koersjskaja kosa, Duits: Kurische Nehrung) is een landtong van 98 kilometer lengte die de Oostzee scheidt van het Koerse Haf. Het dankt zijn naam aan de Koeren, het Baltische volk dat aan de kust van de Oostzee woonde.
De zuidelijke helft (46 km) van de schoorwal ligt in de Russische exclave Kaliningrad, de noordelijke helft (52 km) ligt in Litouwen. De landtong is feitelijk een schiereiland. De Litouwse zijde is niet verbonden met het vasteland van Litouwen: een veerpont verbindt het dorpje Smiltynė op de landtong met de havenstad Klaipėda.
Ten opzichte van haar lengte van bijna 100 km is de landtong maar smal: vrijwel nergens is deze breder dan drie kilometer. Op de landtong is een duin- en boslandschap te vinden, met duinen die tot de hoogste van Europa behoren. Deze duinen verstuiven continu: het duinlandschap is gedurende de eeuwen alleen intact gebleven door menselijk ingrijpen. De Koerse Schoorwal staat dan ook als cultureel erfgoed sinds 2000 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Bovendien maakt hij aan beide kanten van de grens deel uit van een nationaal park. De Koerse Schoorwal is beroemd om zijn natuurschoon. De Duitse geleerde Wilhelm von Humboldt (1767- 1835) schreef in 1809 aan zijn vrouw: "De Koerse Schoorwal is zo merkwaardig, dat men haar eigenlijk net als Spanje en Italië gezien moet hebben om niet van een prachtige herinnering verstoken te blijven.