Publius Cornelius Lentulus Spinther
Publius Cornelius Lentulus Spinther | ||||
---|---|---|---|---|
Denarius van Gaius Cassius Longinus en Lentulus Spinther (42 v.Chr.).
| ||||
Geboortedatum | ca. 114 v.Chr. | |||
Sterfdatum | 63 v.Chr. | |||
Tijdvak | Romeinse Republiek | |||
Cursus Honorum | ||||
Consul in | 57 v.Chr. | |||
Praetor in | 60 v.Chr. | |||
Aedilis in | 63 v.Chr. | |||
Medeconsul | Quintus Caecilius Metellus Nepos junior | |||
Persoonlijke gegevens | ||||
Bijnaam | Spinther (hij leek op een populaire acteur met deze naam) | |||
Familie | Gens Cornelia Lentula | |||
Vader van | Publius Cornelius Lentulus Spinther | |||
Gehuwd met | Caecilia Metella Celer (gescheiden) | |||
|
Publius Cornelius Lentulus Spinther was een Romeins politicus. In 57 v.Chr. was hij consul, samen met Quintus Caecilius Metellus Nepos. Hij had de bijnaam (agnomen) Spinther omdat hij veel gelijkenis had met een populaire acteur met die naam. Cornelius Lentulus behoorde tot de gens Cornelia, een van de belangrijkste patricische geslachten.
In 49 v.Chr. bevond Lentulus zich met tien cohorten in Asculum toen Julius Caesar met het 13e legioen Gemina de Rubicon overstak; het begin van de burgeroorlog tussen Pompeius en Caesar. De Noord-Italische steden schaarden zich aan Caesars zijde. Het 12e legioen voegde zich bij Caesars leger en toen deze met twee legioenen Asculum naderde vluchtte Lentulus de stad uit, in de steek gelaten door het merendeel van zijn manschappen.[1]
Tijdens het beleg van Corfinium onderhandelde Lentulus met Caesar over een vrijgeleide voor hem en de andere Romeinse ridders (equites), waaronder Domitius Ahenobarbus, die later opnieuw tegenover Caesar stond in het beleg van Massilia.
Na de nederlaag van de Pompeianen in de slag bij Pharsalus vluchtte Lentulus naar Rhodos. Uiteindelijk werd hij door Caesar gevangengenomen en terechtgesteld.[2]
- ↑ Julius Caesar - Over de burgeroorlog (Commentarii de bello civili) 1.15 (Engelse vertaling)
- ↑ Aurelius Victor - Over de beroemde mannen van Rome (De viris illustribus Romae) 78.9 (Latijnse tekst)