Naar inhoud springen

Wet op Naturellengrond

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wet op naturellengrond
Citeertitel Wet op naturellengrond
Titel Wet no. 27 van 1913 tot nadere regeling van de koop en huur van grond door naturellen en andere personen in de onderscheidene delen van de Unie en tot andere doeleinden in verband met de eigendom en het gebruik van grond door naturellen en andere personen
Goedkeuring en inwerkingtreding
Aangenomen door Volksraad van Zuid-Afrika op 16 juni 1913
Senaat van Zuid-Afrika op 14 juni 1913
Ondertekend op 16 juni 1913
Gepubliceerd op 19 juni 1913
Gepubliceerd in Staatscourant van de Unie van Zuid-Afrika
In werking getreden op 30 juni 1913
Ingetrokken/opgeheven op 30 juni 1991
Geschiedenis
Opgevolgd door Wet op die afskaffing van rasgebaseerde grondreëlings (no. 108 van 1991)
Portaal  Portaalicoon   Mens & maatschappij

De Wet op naturellengrond (Engels: Natives Land Act) was een wet die in 1913 in de jonge Unie van Zuid-Afrika werd aangenomen. De wet verbood overeenkomsten tussen blanken en niet-blanken voor verkoop van land, waardoor het land de facto werd onderverdeeld in gebieden voor verschillende bevolkingsgroepen. Op grond van deze wet werd ook bepaald welke gebieden precies voor de naturellen werd gereserveerd.[1] In feite was een dergelijke wetgeving in de Oranje Vrijstaat al sinds 1876 van kracht, terwijl in de Kaapkolonie het zwarten al bij de Grondwet was verboden land te bezitten.[2]

In de wet wordt een naturel (een inheemse persoon of inboorling, Engels: native) gedefinieerd als een mannelijke of vrouwelijke persoon van een inheems (inboorlingen-)ras of een Afrikaanse stam, of een maatschappij bestuurd door naturellen/natives.[1]

Aanvankelijk kreeg de zwarte bevolking 7% van het land toebedeeld. Uiteindelijk had de blanke minderheid de beschikking over meer dan 80% van het hele grondgebied. Zeventig procent van de zwarte bevolking werd door de Wet op naturellengrond gedwongen te leven op zeven procent van de beschikbare grond. Vele tienduizenden trokken met hun bezittingen weg van het land waar ze vaak al generaties lang gewoond hadden. De gebieden waar zij zich moesten vestigen werden later thuislanden genoemd.

De thuislanden die uiteindelijk werden gecreëerd